Mijn groei als bouwkundige
Toen ik begon met de studie bouwkunde wilde ik graag richting de architectuur. Het ontwerpen van een tiny house en een villa tijdens het eerste leerjaar sprak mij erg aan. Ik vond het leuk om dit op papier te tekenen, maar werken aan de details lag mij minder.
In het tweede jaar was het tijd voor een eerste stage. Het was verplicht om deze te lopen bij een bouwbedrijf. In eerste instantie niet wat ik wilde, maar het moest. Ik heb daar als stagiaire een geweldige tijd gehad en enorm veel geleerd. Ik heb zelfs de kans gekregen om hier te blijven werken. Naast school was ik hier dan ook vaak te vinden. Ik werkte als assistent calculator / werkvoorbereider en heb me met verschillende projecten bezig gehouden. Van offertes aanvragen tot materiaal bestellen en van stelkozijnen tot woningen calculeren, het zijn allemaal taken die ik had. Het bouwkundige vond ik steeds interessanter worden. Architecten tekenden alles wat kon op papier, maar in de praktijk werd dat al snel ingewikkeld of duur.
Twee bezoekjes aan Delft en er was al een switch. De eerste keer vond ik het ontzettend interessant om rond te lopen op de TU in Delft, maar de tweede keer had ik er een ander gevoel bij. Het was groot en het gaf me geen gevoel van thuis. Ik begon te twijfelen aan de richting architectuur. Een bezoekje aan de Hanze Hogeschool voor de Master Architectuur liet mij zien dat het ook anders kon. Het was kleinschaliger en paste misschien meer bij mij. Toch was ik niet zo zeker meer of ik dit nog wel wilde.
Steeds heb ik gezegd: "mijn tweede stage is bij een architectenbureau en dan ga ik kijken of dat echt is wat ik wil." Toen ik moest zoeken naar een stagebedrijf merkte ik dat ik dit aan het uitstellen was. Ik was niet meer zo enthousiast als eerder. In de buurt zit een bouwbedrijf wat zich richt op de bouw in de agrarische sector, mijn passie buiten school. Dit sprak mij tcoh wel meer aan dan een architectenbureau.
Tijdens een autoritje met mijn moeder kwam de stage ook ter sprake. Ik vertelde dat ik niet zo zeker meer was van een stage bij een architectenbureau. Toen vertelde ze me dat ik moest doen wat ik nu graag wilde. Ik kon altijd nog beginnen met de studie Architectuur als ik dat wilde en als dat niet beviel, kon ik ook wel weer stoppen. Toen hoefde ik niet lang meer na te denken. Eigenlijk moet ik gewoon mijn hart volgen en als dat wat anders is dan architectuur dan is dat zo.
De liefde voor architectuur is niet verdwenen, want tijdens vakanties vind ik het erg leuk om gebouwen te bekijken. Ook vind ik het af en toe interessant om iets over de geschiedenis van deze gebouwen te lezen. Maar het idee van ik word een architect is naar de achtergrond gezakt.